Neil Armstrong wil nog best naar Mars
Neil Armstrong, in 1969 de eerste man die voet zette op de maan, is 80 jaar maar nog lang niet versleten. Donderdag was hij eregast bij Meet the Future, een symposium over wetenschap en technologie in Den Haag.
Wetenschap en techniek blijven spannend, verzekerde Armstrong. Vooral omdat de toekomst zich nauwelijks laat voorspellen.
De grootste vindingen van de twintigste eeuw, zoals de televisie, de computer, kernenergie en de straalmotor, waren door niemand voorzien en kwamen voort uit verbeelding en creativiteit, aldus de gewezen astronaut.
Henry Ford
Daar komt nog bij dat niemand om die uitvindingen had gevraagd. ''Consumenten komen zelden met goede ideeën'', stelde Armstrong, in navolging van autopionier Henry Ford. Die zei ooit dat hij de auto nooit had uitgevonden als hij had geluisterd naar de gewone man, omdat die alleen maar zou hebben gevraagd om snellere paarden.
Zelf waagde Armstrong zich niet aan concrete beschouwingen op de toekomst. ''Wetenschappers zijn al vaak voor schut gezet door hun eigen voorspellingen'', zei hij.
Zo waren zelfs raketgeleerden er eind jaren vijftig nog van overtuigd dat de mens nooit de ruimte in zou kunnen. ''Zelfs toen ik al als testpiloot werkte, heb ik lange tijd niet geloofd dat bemande ruimtevluchten tijdens mijn leven mogelijk zouden zijn'', bekende de Amerikaan.